Wanneer de bladeren van de bomen vallen is het pas – of – weer (tijd is een gek fenomeen als het op rouw aankomt) de derde sterfdag van mijn moeder. Speciale editie dit jaar: ik ben zelf moeder geworden. En hoe: mijn dochter werd 8 weken te vroeg geboren. Overdonderd was ik. Tegelijkertijd voelde ik dat het waar was wat mijn moeder me ooit heeft verteld: “als je ooit kinderen krijgt, weet je pas écht wat verantwoordelijkheidsgevoel, kwetsbaarheid en onvoorwaardelijke liefde betekenen”. Dat besefte ik me direct. Een besef wat in de weken erna kwam: ineens was ik moeder, wat was er gebeurd met mijn verlof? Dat was verloren. Een fijne kraamtijd, lekker vertroeteld worden? Ook verloren. Onbezorgd van je baby genieten? Was geen optie in de eerste 2 maanden. Overleven was het, en tegelijkertijd voelde ik me kwetsbaarder dan ooit. Rouw kwam daarmee zeker dit jaar weer om de hoek kijken. In een maatschappij waarin we vooral gericht zijn op ‘sterk zijn’ en ‘doorzetten’ vind ik het belangrijk dit te delen. Eerder deelde ik al dat rouw niet opgelost hoeft te worden maar geintegreerd in je leven, en dat het over liefde gaat en in een zig-zag beweging werkt: stukje focus op het verlies en tegelijkertijd op verder leven. Wat leerde ik dit jaar?
“Life is what happens to you while you’re busy making other plans” (John Lennon)
Deze quote was afgelopen zomer van toepassing. Ik had het helemaal bedacht: vroeg verlof, lekker op bezoek bij vrienden waar ik al te lang niet was geweest, babykamer afmaken, dingen in huis opruimen. Totdat 11 juli, na een gewone werkdag, onze dochter Liv al geboren is. Los van de rollercoaster die dit was rondom haar gezondheid, voelde ik óók rouw rondom mijn verlof en kraamtijd. Dit leek me zo’n bijzondere tijd. Ik moest in één klap leren om te accepteren dat het anders was gelopen dan ik verwacht had, en dealen met stress levels die ik nog niet eerder gekend had. Niets leek meer vanzelfsprekend: een zomer vol diepte- en hoogte punten in en om het ziekenhuis was het, in plaats van mijn ‘verlof plannen’. Nu we wat weken verder zijn, en het met onze dochter heel goed gaat tot nu toe, vraag ik mezelf af wat me op de rit hield?
- Optimisme: ‘dansen in de regen’ ben ik redelijk goed in (ik ben deze zomer zelfs in de stromende regen een keer van het ziekenhuis naar huis gefietst en had daar erg veel lol om met mezelf). Ik weet niet zeker of dit karakter is of dat je het kan leren, maar het zien van lichtpuntjes is iets waar ik goed in ben. Het heeft geholpen in het omgaan met verandering en grote stress, want ondanks veel onzekerheid zag ik ook veel positieve dingen: het bracht mijn vriend, mijn dochter en ik op een emotionele manier heel dicht bij elkaar, we hebben de Vierdaagse vanuit het Ronald Mac Donald huis kunnen zien en de gastvrijheid daar mogen ervaren, in vergelijking met sommige andere kindjes deed Liv het direct al heel goed etc. Het is zelfs wetenschappelijk onderbouwd dat optimisme kan helpen in rouwprocessen.
- Hoop: direct was er hoop dat het goed zou komen met Liv. Zelfs toen we thuis waren en plotsklaps ambulance hebben moeten bellen, hielden we hoop. Dat ze er weer uit zou komen (wat gebeurde), dat we na weer 6 dagen ziekenhuis alsnog weer naar huis mochten en hoopten dat het dit keer goed zou gaan. Ja, angst was er zeker ook, maar zonder hoop trek je het niet. Hoop doet (soms letterlijk) leven. Dit zag ik al bij mijn moeder in haar ziekteproces, zij hield altijd hoop. Op nog een chemo, of anders nog een fijn momentje.
- Doelen: (kleine) doelen stellen om naar toe te werken, hebben we als mens volgens mij echt nodig. Je kan er naartoe werken, daar doe je het voor. Voor ons was het: voor het eerst een luier verschonen, of dat ze voor het eerst zelf kon drinken, of een paar weken later dat ze voor het eerst zonder dipjes kon drinken etc. In wat voor heftig weer je je ook bevindt, kleine doelen stellen helpen je om stapjes te zetten.
- Veerkracht: veerkracht betekent voor mij het voelen en accepteren van emoties, en na verloop van tijd weer terugveren naar je eigen zelf. Het is niet alleen maar sterk zijn, het is ook uit het veld geslagen zijn, maar uiteindelijk weer naar jezelf terug gaan. En je eigen zelf kan best wat veranderd zijn door gebeurtenissen, maar je ervaart wel weer geluk. Ik ervaar het nu: toen we een paar weken thuis waren voelde het nog erg een overlevingsstand, met geen ruimte voor ontspanning. Maar elke dag ging het iets beter. Dat is veerkracht en heb je als mensen nodig. Dit kan je zeker oefenen en versterken, dat is hier mooi verwoord met praktische tips.
- Mensen om me heen: last but not least: overweldigd door de hoeveelheid lieve berichten, gebaren en mensen om ons heen. Dat heeft écht geholpen. Een fijn netwerk om je heen bouwen en onderhouden is het meest waardevol wat er is. Wij mensen kunnen niet zonder anderen.
Terugkijkend, zijn het deels dezelfde ‘dingen’ die je ‘op de rit’ (in ieder geval in leven) houden als wanneer er iemand overlijdt of wanneer je je in diepe rouw bevindt. Je kan deze eigenschappen of inzichten gebruiken in verschillende situaties. Ik leerde dit jaar ook dat rouw, ook al is het al wat jaren geleden dat iemand is gestorven, bij zowel kleine (zomaar, in een supermarkt) als grote gebeurtenissen keihard opnieuw binnen kan komen.
Rouw komt keihard weer binnen bij grote gebeurtenissen
Omdat ik het ‘geluk’ had dat we wisten dat mijn moeder ging sterven aan haar ziekte, hebben we veel dingen kunnen bespreken. Ik dacht tot dit jaar dat ik eigenlijk alles wel had besproken met d’r. Toch merk ik bij het grote event van zelf moeder worden, dat ik veel dingen rondom ‘moederschap’ niet heb besproken met haar, niet heb kunnen vragen. Dit besef doet me pijn, voelde me er stom over (waarom had ik dit niet bedacht om te bespreken). Met de tijd realiseer ik me: dit zal vaker in mijn leven gebeuren. Je kan niet alles van tevoren bedenken en al met iemand bespreken. Dat is okay. Het helpt voor mij om als het ik het moeilijk heb aan haar te denken, en vooral te glimlachen en bedenken hoe trots mijn moeder hoe dan ook nu op mij zou zijn. Die liefde maakt alles goed.
Jouw rouw mag er altijd zijn – je leven groeit er omheen

Ondanks dat die liefde blijft, gebeuren er in mijn leven steeds meer dingen waar mijn moeder geen onderdeel meer van is. Deze afbeelding (model van dr Tolkin) toont het altijd heel treffend vind ik: rouw wordt niet kleiner, maar het leven eromheen steeds groter. Dat is ook goed, je zou anders niet verder kunnen leven. Maar is ook verdrietig: er zijn steeds meer zaken die ik haar zou willen vertellen en het besef van dat er nog heel veel dingen zullen zijn in de toekomst die ik niet met haar kan delen maakt verdriet los.
Vorig jaar schreef ik over dit complexe ‘project’ integreren in mijn leven. Ik realiseer met nu des te meer dat rouwen gaat over “het leren zijn met alles wat er (niet meer) is” (zoals Ciska Rensen het prachtig verwoord). Het gaat over berusting vinden in je verlies, tegelijkertijd verder te gaan. Een middel voor mij om rouw in mijn leven écht te integreren was om een kunstwerk te laten maken over/van mijn moeder. Op deze manier krijgt mijn rouw een plek in het leven van alledag. En elke dag, het schilderij hangt in onze keuken, kijk ik ernaar en voel ik rust, blijdschap, verdriet, liefde (alle emoties kunnen naast elkaar bestaan). Zo is het in mijn visie voor iedereen belangrijk om te achterhalen hoe je rouw in je dagelijks leven kan integreren. Het kan in dagelijkse spullen of objecten zijn, of bepaalde momenten. Het kan ook met de tijd veranderen. Zo merk ik dat ik aan bepaalde documenten de eerste jaren veel waarde had gehecht, nu is dat minder en voel ik ruimte om die op te ruimen. Belangrijke les voor als je ook rouw ervaart is het besef dat rouw geen ziekte is die genezen hoeft te worden, of iets wat voorbij hoeft te gaan. Het is dus niet gek als een oude jas voor jou juist heel veel waarde kan hebben of je bepaalde ‘rotzooi’ niet weg wilt doen (en 3 jaar later misschien juist wel). Het is hier mooi omschreven als je er wat meer over wilt lezen. Een ander mooi artikel over verschillende manieren om overleden personen te herinneren vind je hier.
Blijf de persoon die er niet meer is benoemen en blijf er naar vragen
Ik vind het altijd fijn wanneer mensen over mijn moeder beginnen. Het maakt me soms blij en soms verdrietig om erover te praten, maar beide zijn helemaal oké. Hetzelfde ervaar ik nu met het verlies van een onbezorgde kraamtijd. Ik vind het fijn als het benoemt wordt, het maakt voor mij makkelijker te accepteren dat het leven eigenlijk altijd anders loopt dan je plant. Denk dat dit daarmee een belangrijke ‘need to know’ is over rouw in welke vorm dan ook: blijf er over beginnen, grijp momenten aan om ernaar te vragen. De paradox in deze is namelijk: ‘rouwenden’ beginnen niet altijd zelf over een overleden persoon of iets waar ze om rouwen (terwijl er dus wel behoefte is om erover te praten). Benieuwd naar hoe je iemand in rouw kan ondersteunen? Lees dit artikel met kort maar krachtig wat tips en deze die een paar maanden geleden in de Volkskrant verscheen.
Wat mij helpt bij alles is schrijven. Rond deze tijd wat meer behoefte om erover na te denken, over te schrijven voor anderen. Het is 99% voor mezelf, en al is het 1% iemand die hier ook iets uithaalt, zich in herkent, minder alleen voelt, dan vind ik dat al heel mooi.
De herfst wordt dikwijls somber genoemd. Niet door mij. Zoals mijn moeder het letterlijk verwoorde: “Daar heb ik geen last van, ik houd van de herfst. De bladeren die om me heen vallen, het groen dat in fraaie kleuren aan het veranderen is, de beweging en het ritme van de natuur. Het is schitterend. De herfst heeft de belofte van het voorjaar in zich.” En daarmee wil ik afsluiten: optimisme en hoop zijn in het leven sowieso belangrijk, maar zeker ook in periodes waarin rouw op wat voor manier dan ook meer naar de voorgrond treed. Het leven verandert constant, en loopt ALTIJD anders dan je denkt, de herfst is zo’n prachtig seizoen wat die verandering in kleuren laat zien. Maak er een mooie herfst van.


